Paal Groten Berg. Direct noord van de N270, waar die van Langstraat overgaat in Deurneseweg.
Aan het einde van de 80-jarige oorlog werden in Brabant alle katholieke erediensten verboden. De kerken werden overgedragen aan de “Nieuwe Godsdienst”. Daarom gingen de gelovigen over de grens in het katholiek gebleven Overkwartier van Gelre schuilkerken bouwen. Zo bouwde Deurne op deze plek een grenskapel die er gestaan heeft tussen 1649 en 1678. De kapel van de Grotenberg heeft na 1672 geen dienst meer gedaan. Omdat de grenskapel in werkelijkheid nog op Brabants gebied stond, was dit vanaf 1650 de directe aanleiding van de grensruzies tussen Deurne en Venray. In 1716 werd bepaald dat de Grotenberg vrijwel geheel binnen Pruisen kwam te liggen. Daarbij werd de redenering, dat de grenskapel wel in Gelre gelegen moet hebben, als doorslaggevend argument gebruikt

De ingebeitelde inscriptie aan de Limburgse zijde.
Regelmatig ontstonden er ruzies tussen de dorpsbesturen van de buurtschappen Bakel, Milheeze, Deurne en Liessel (Brabant) met de buurtschappen aan de andere kant Merselo en Venray (Limburg) over de juiste plaats van de grens. Deze twisten gingen voornamelijk over de exacte locatie van de scheidingsgrens toen aangeduid met grenspalen. Behalve de grensincidenten waren er wederzijdse irritaties over het plaatsen van bijenkorven, het illegaal turfsteken en het weiden van schapen en runderen op elkaars grondgebied. Het gevolg: veel trammelant dat nogal eens uitliep op vechtpartijen en zelfs moord en doodslag.

De inscriptie aan de Brabantse zijde.
De hoge landsheren kwamen er regelmatig aan te pas om de ruzies bij te leggen. Vaak moesten daarvoor oude gebruiksgrenzen opnieuw worden ingemeten en nieuwe grenspalen worden opgericht. Maar de bewoners bleven twisten. In 1629 werd Den Bosch door de “Staatsen” in Den Haag veroverd en werd de binnenlandse grens in de Peel een staatsgrens. De grenskwesties gingen daardoor op staatsniveau onderdeel vormen van de wederzijdse oorlogs- en vredesonderhandelingen. Het Overkwartier van Gelre werd aanvankelijk bestuurd vanuit Roermond en later vanuit Brussel, terwijl Den Haag de dienst uitmaakte in Brabant. Aan een lange tijd van veel grensincidenten werd uiteindelijk een eind gemaakt met Het “Tractaet van Venlo 1716".

Het origineel van de paal is te zien geweest in het museum Klok en Peel in 2021. Bij de paal hing ook een kaartje, met het volgende gedicht van Mathijs van Laeck (1624):
Dit chartiën van den peel
wijst met liniën aen
hoe wijt dat ieders deel
daerin mach steken gaen.
Wie steeckt op anders grondt
die wert hiervoor befaemt
dat hij zijn ziel doorwondt
en voor de dief geblaempt.
eenieder steeckt in 't zijn,
soo valt er niet te zeggen,
soo doet men niemandt pijn
soo valt er geen uutleggen.

 

Paal de Lange Rijser heeft een wit petje gekregen en is een beetje uitgegraven bij de grensreconstructie van 2008. De paal staat in de noord-oosthoek van het natuurgebied de Bult.
Hier stond in 1716 een oude stenen grenspaal, die bij uitgifte van het gebruik van de Peel aan het dorp Deurne in 1326 al werd genoemd. De huidige plaats dateert daarom nog uit die tijd. Wellicht is deze stenen paal al meer dan 700 jaar oud.
Voor 1716 had Karel V de ruzies al eens weten te bedwingen in 1550, door het gebied "in Vrede te leggen". Overigens vonden de Brabantse dorpen dat de grens te ver naar het westen kwam te liggen, maar dat heeft niet verhinderd dat de grens nu al bijna 300 jaar op dezelfde plaats is gebleven. De naam Vredepaal verwijst naar de roerige geschiedenis rond deze grens.
De foto is uit 2013, net nadat alle palen tussen de Vredepaal en de Willibertskapel opnieuw zijn op gesteld.
Hier nog een foto van de Vredepaal, zoals die er van 2000 tot 2008 heeft bijgestaan. Bij de bovengenoemde grens reconstructie is de paal vervangen door een historisch meer verantwoord model, schrijft mij Bernard Ploegmakers, de gangmaker achter deze reconstructie en die van 2013 (zie hieronder).