De wapenschildjes die op alle palen zijn geplakt.
Het wapen van Cuijk is afgeleid van de heren van Cuijk. Het gebied Cuijk behoort pas sinds de 16e eeuw tot Brabant, voor die tijd was het afwisselend in bezit van Gelre en Brabant. Het wapen wordt al sinds de Middeleeuwen gebruikt en komt ook voor in de wapens van de andere plaatsen in het gebied. Beschrijving: Van goud beladen met 2 fascen en vergezeld van 8 merletten, staande 3,2 en 3, alles van keel.
Kessel is al bekend sinds de Romeinse tijd. Het dorp wordt al sinds het begin der Middeleeuwen als graafschap genoemd. De grenzen van het graafschap zijn echter niet bekend. De oudste bekende graaf was Hendrik van Kessel, die in 1144 sneuvelde. Ongeveer anderhalve eeuw later droeg Hendrik het graafschap af aan Gelre. Het graafschap ging hierdoor over in het Ambt Kessel, waarin 18 afzonderlijke heerlijkheden gelegen waren.
De familie Van Kessel bleef in bezit van de heerlijkheid en burcht te Kessel. Het wapen van deze familie was in zilver een ruitenkruis van keel.
Paal voor Loobeeckmolen
Paal Wackerpas

De Wilbertsputpaal bij de Willibrorduskapel in het bos van Geysteren.
In 1553 werd in opdracht van Karel V hier een grote stenen grenspaal ingegraven als afbakening tussen het Land van Kessel en het Land van Cuijk. De laatste hield daardoor de vrije toegang tot het gemeenschappelijk heiligdom. De paal was voor beider rekening en droeg de wapenschilden van de beide jurisdicties.