Grensgebied Noord-Brabant - Limburg
Van Weert naar Overloon
Grens Noord-Brabant - Limburg, van Weert naar Meijel
Paal aan de Geuzendijk. Eigenlijk meer een monument uit 1952, van de hand van J. Thissen.
Wellicht is dit paaltje met GW erop, de echte grenspaal.
Tweede GW paaltje op de heide noord van de Geuzenpaal.
De derde betonnen paal met GW erop.
De vierde paal is afgebroken en ligt niet ver van de derde, wellicht is de orspronkelijke plaats op de knik in de grens geweest en omver gereden door een legervoertuig. Het namelijk een militair oefenterrein hier.
Dan komen we aan het spoor Weert-Eindhoven. Daar staan twee paaltjes, aan de westlijke kant die een grensfunctie zouden kunnen hebben.
De tweede paal aan de westelijke kant (aangeduid op de topo kaart).
Waar de spoorlijn Eindhoven/Weert de provinciegrens kruist. Op het kleine steentje rechts staat "Weert"
Geen grenspaal maar wel op grens.
De "oude Meulenstat van Hugten". Voor het eerst geplaatst in 1549 ter vervanging van de Kruiseik. In 1745 is de eerste steen vervangen door deze, in de omschrijving van toen: "een bequaemen blaauwen steen". En dat is het na al die jaren nog steeds!
In het natuurgebied de Groote Peel, vinden we dit betonnen paaltje, met het nummer 20 ingegoten. Op de kaart in Google Maps (LINK 1) staat aangegeven waar deze paal zich bevindt en hoe je die het beste kunt bereiken. Let wel dat het gebied verboden is te betreden en zeker tijdens het vogelbroedseizoen.
De St. Willibrordusput in Meijel, aan de Keulse Baan. De grenspaal hier is nieuw geplaatst (een kopie), het origineel zou bij de gemeente liggen.
In het natuurgebied de Groote Peel, vinden we dit betonnen paaltje, met het nummer 20 ingegoten. Op de kaart in Google Maps (LINK 1) staat aangegeven waar deze paal zich bevindt en hoe je die het beste kunt bereiken. Let wel dat het gebied verboden is te betreden en zeker tijdens het vogelbroedseizoen.
Van Helenaveen naar de Vredepaal
Niet ver van het echte hoekpunt van de grens, staat deze replica van de Eijndepaal. Neergezet in 2008. De oorspronkelijke paal stond ongeveer 80 m zuidelijker, maar is verdwenen.
De paal staat links aan een arm van de Heldense weg, inrijden tegenover de Fruitweg, dan rijden tot waar de verharding ophoudt. Dit is tegenover Heldense weg. nr 5.
Deze foto van de grenspaal dateert van juist voor de opening want voor de opening heeft de gemeente Deurne de grenspaal nog ca 1.5 meter naar rechts verplaatst. Dit om precies op de grenslijn te komen. Hierdoor is er ook maar een halve roset overgebleven.
Noot: de toelichtende teksten bij de geschiedins van deze palen is van de borden die per paal opgesteld staan.
Dit is wel een orginele paal: "Paal tussen Broemeer en Soemeer". Bij de reconstructie van de grens heeft deze paal een paadje ernaar toe gekregen en een klein pleintje, met daarop in steen de grens aangegeven. De paal is te vinden rechts van de toegang naar het wandelgebied de Mariapeel, aan de bosrand.
Aanvankelijk werd bij het “Tractaet van Venlo” in 1716 bepaald dat de grens van de Vossenholen naar de Eijndepaal in één rechte lijn moest lopen. Tijdens de aanleg van de grenssloot bleek dat de grens dwars door een meer liep. Daarom werd hier een kleine knik in de rechte lijn gemaakt en een nieuwe grenspaal geplaatst, namelijk tussen het Soemeer en Broemeer. In oude middeleeuwse teksten is sprake van de beide “Bruine meren”. Deze namen duiden erop dat ze bruin peelwater bevatten. Dit was het in het westen, in Brabant gelegen “Soemeer” - van waaruit later de Soeloop is aangesloten - en in het oosten in Limburg gelegen “Broemeer” (= Bruinmeer). De namen “Soemeer” en “Soeloop” duiden op het woord “Soe”. Dit verwijst naar het oude Brabantse woord “soei” wat vuil water betekent en ook gebruikt werd om rioolwater en rioolvoorzieningen mee aan te duiden.
Een hoekpunt in de grens. Tevens 3 gemeenten punt. Deze steen heet de Zerkenpaal en ligt aan de IJsselsteinse weg, iets noordelijk van de spoorwegovergang. In de “Toponomy van de Venrayse Peel” lezen we “Zerkenpaol” : dit is het punt, waar de Venrayse, Horster en Deurnese gemeentegrens bij elkaar komen. Toen de brede zware steen, plat van vorm, werd gezet -werd volgens de volksmond- door de aanwezige landmeters, schepenen en parlementariërs gezegd: hier begraven we onze onenigheden.
De paal "Vossenholen". Staat ±500m vanaf de Zerkenpaal naar het noord-oosten, je kunt over een pad langs de bosrand lopen. In 1716 protesteerde Deurne sterk tegen de grensvaststelling. De oude grenssteen die daar volgens de getuigen had gelegen, vormde volgens Deurne en Liessel alleen maar de grens tussen de twee delen van een jachtgebied van de broers, Jan en Henrick van Doerne. Toch werd bij de vaststelling van het tractaet, de grens zodanig bepaald dat de gehele zandberg op Pruisisch gebied kwam te liggen. Deze berg ligt nu, verscholen in het groen, aan de Limburgse kant.
De paal staat links aan een arm van de Heldense weg, inrijden tegenover de Fruitweg, dan rijden tot waar de verharding ophoudt. Dit is tegenover Heldense weg. nr 5.
Deze foto van de grenspaal dateert van juist voor de opening want voor de opening heeft de gemeente Deurne de grenspaal nog ca 1.5 meter naar rechts verplaatst. Dit om precies op de grenslijn te komen. Hierdoor is er ook maar een halve roset overgebleven.
Noot: de toelichtende teksten bij de geschiedins van deze palen is van de borden die per paal opgesteld staan.
Aanvankelijk werd bij het “Tractaet van Venlo” in 1716 bepaald dat de grens van de Vossenholen naar de Eijndepaal in één rechte lijn moest lopen. Tijdens de aanleg van de grenssloot bleek dat de grens dwars door een meer liep. Daarom werd hier een kleine knik in de rechte lijn gemaakt en een nieuwe grenspaal geplaatst, namelijk tussen het Soemeer en Broemeer. In oude middeleeuwse teksten is sprake van de beide “Bruine meren”. Deze namen duiden erop dat ze bruin peelwater bevatten. Dit was het in het westen, in Brabant gelegen “Soemeer” - van waaruit later de Soeloop is aangesloten - en in het oosten in Limburg gelegen “Broemeer” (= Bruinmeer). De namen “Soemeer” en “Soeloop” duiden op het woord “Soe”. Dit verwijst naar het oude Brabantse woord “soei” wat vuil water betekent en ook gebruikt werd om rioolwater en rioolvoorzieningen mee aan te duiden.
Paal Groten Berg. Direct noord van de N270, waar die van Langstraat overgaat in Deurneseweg.
Aan het einde van de 80-jarige oorlog werden in Brabant alle katholieke erediensten verboden. De kerken werden overgedragen aan de “Nieuwe Godsdienst”. Daarom gingen de gelovigen over de grens in het katholiek gebleven Overkwartier van Gelre schuilkerken bouwen. Zo bouwde Deurne op deze plek een grenskapel die er gestaan heeft tussen 1649 en 1678. De kapel van de Grotenberg heeft na 1672 geen dienst meer gedaan. Omdat de grenskapel in werkelijkheid nog op Brabants gebied stond, was dit vanaf 1650 de directe aanleiding van de grensruzies tussen Deurne en Venray. In 1716 werd bepaald dat de Grotenberg vrijwel geheel binnen Pruisen kwam te liggen. Daarbij werd de redenering, dat de grenskapel wel in Gelre gelegen moet hebben, als doorslaggevend argument gebruikt
De ingebeitelde inscriptie aan de Limburgse zijde.
Regelmatig ontstonden er ruzies tussen de dorpsbesturen van de buurtschappen Bakel, Milheeze, Deurne en Liessel (Brabant) met de buurtschappen aan de andere kant Merselo en Venray (Limburg) over de juiste plaats van de grens. Deze twisten gingen voornamelijk over de exacte locatie van de scheidingsgrens toen aangeduid met grenspalen. Behalve de grensincidenten waren er wederzijdse irritaties over het plaatsen van bijenkorven, het illegaal turfsteken en het weiden van schapen en runderen op elkaars grondgebied. Het gevolg: veel trammelant dat nogal eens uitliep op vechtpartijen en zelfs moord en doodslag.
De inscriptie aan de Brabantse zijde.
De hoge landsheren kwamen er regelmatig aan te pas om de ruzies bij te leggen. Vaak moesten daarvoor oude gebruiksgrenzen opnieuw worden ingemeten en nieuwe grenspalen worden opgericht. Maar de bewoners bleven twisten. In 1629 werd Den Bosch door de “Staatsen” in Den Haag veroverd en werd de binnenlandse grens in de Peel een staatsgrens. De grenskwesties gingen daardoor op staatsniveau onderdeel vormen van de wederzijdse oorlogs- en vredesonderhandelingen. Het Overkwartier van Gelre werd aanvankelijk bestuurd vanuit Roermond en later vanuit Brussel, terwijl Den Haag de dienst uitmaakte in Brabant. Aan een lange tijd van veel grensincidenten werd uiteindelijk een eind gemaakt met Het “Tractaet van Venlo 1716".
Paal de Lange Rijser heeft een wit petje gekregen en is een beetje uitgegraven bij de grensreconstructie van 2008. De paal staat in de noord-oosthoek van het natuurgebied de Bult.
Hier stond in 1716 een oude stenen grenspaal, die bij uitgifte van het gebruik van de Peel aan het dorp Deurne in 1326 al werd genoemd. De huidige plaats dateert daarom nog uit die tijd. Wellicht is deze stenen paal al meer dan 700 jaar oud.
Aan het einde van de 80-jarige oorlog werden in Brabant alle katholieke erediensten verboden. De kerken werden overgedragen aan de “Nieuwe Godsdienst”. Daarom gingen de gelovigen over de grens in het katholiek gebleven Overkwartier van Gelre schuilkerken bouwen. Zo bouwde Deurne op deze plek een grenskapel die er gestaan heeft tussen 1649 en 1678. De kapel van de Grotenberg heeft na 1672 geen dienst meer gedaan. Omdat de grenskapel in werkelijkheid nog op Brabants gebied stond, was dit vanaf 1650 de directe aanleiding van de grensruzies tussen Deurne en Venray. In 1716 werd bepaald dat de Grotenberg vrijwel geheel binnen Pruisen kwam te liggen. Daarbij werd de redenering, dat de grenskapel wel in Gelre gelegen moet hebben, als doorslaggevend argument gebruikt
De ingebeitelde inscriptie aan de Limburgse zijde.
Regelmatig ontstonden er ruzies tussen de dorpsbesturen van de buurtschappen Bakel, Milheeze, Deurne en Liessel (Brabant) met de buurtschappen aan de andere kant Merselo en Venray (Limburg) over de juiste plaats van de grens. Deze twisten gingen voornamelijk over de exacte locatie van de scheidingsgrens toen aangeduid met grenspalen. Behalve de grensincidenten waren er wederzijdse irritaties over het plaatsen van bijenkorven, het illegaal turfsteken en het weiden van schapen en runderen op elkaars grondgebied. Het gevolg: veel trammelant dat nogal eens uitliep op vechtpartijen en zelfs moord en doodslag.
De inscriptie aan de Brabantse zijde.
De hoge landsheren kwamen er regelmatig aan te pas om de ruzies bij te leggen. Vaak moesten daarvoor oude gebruiksgrenzen opnieuw worden ingemeten en nieuwe grenspalen worden opgericht. Maar de bewoners bleven twisten. In 1629 werd Den Bosch door de “Staatsen” in Den Haag veroverd en werd de binnenlandse grens in de Peel een staatsgrens. De grenskwesties gingen daardoor op staatsniveau onderdeel vormen van de wederzijdse oorlogs- en vredesonderhandelingen. Het Overkwartier van Gelre werd aanvankelijk bestuurd vanuit Roermond en later vanuit Brussel, terwijl Den Haag de dienst uitmaakte in Brabant. Aan een lange tijd van veel grensincidenten werd uiteindelijk een eind gemaakt met Het “Tractaet van Venlo 1716".
Het origineel van de paal is te zien geweest in het museum Klok en Peel in 2021. Bij de paal hing ook een kaartje, met het volgende gedicht van Mathijs van Laeck (1624):
Dit chartiën van den peel
wijst met liniën aen
hoe wijt dat ieders deel
daerin mach steken gaen.
Wie steeckt op anders grondt
die wert hiervoor befaemt
dat hij zijn ziel doorwondt
en voor de dief geblaempt.
eenieder steeckt in 't zijn,
soo valt er niet te zeggen,
soo doet men niemandt pijn
soo valt er geen uutleggen.
Paal de Lange Rijser heeft een wit petje gekregen en is een beetje uitgegraven bij de grensreconstructie van 2008. De paal staat in de noord-oosthoek van het natuurgebied de Bult.
Hier stond in 1716 een oude stenen grenspaal, die bij uitgifte van het gebruik van de Peel aan het dorp Deurne in 1326 al werd genoemd. De huidige plaats dateert daarom nog uit die tijd. Wellicht is deze stenen paal al meer dan 700 jaar oud.
Voor 1716 had Karel V de ruzies al eens weten te bedwingen in 1550, door het gebied "in Vrede te leggen".
Overigens vonden de Brabantse dorpen dat de grens te ver naar het westen kwam te liggen, maar dat heeft niet verhinderd dat de grens nu al bijna 300 jaar op dezelfde plaats is gebleven. De naam Vredepaal verwijst naar de roerige geschiedenis rond deze grens.
De foto is uit 2013, net nadat alle palen tussen de Vredepaal en de Willibertskapel opnieuw zijn op gesteld.Land van Kessel en Cuijk
De eerste nieuwe paal die is neergezet in het kader van de grensreconstructie in 2013 tussen het land van Kessel en het land van Cuijk is de Springelbeekpaal. Tekst van het bij de paal opgestelde bordje: "Springel is waarschijnlijk afgeleid van sprong. Een sprong geeft aan dat er een waterader in de grond lag. De plaats waar deze ader boven de grond kwam, werd een sprong of bron genoemd. In de literatuur (1716) wordt de Paal op Springelbeek beschreven als twee kuilen die ca. 17 m uit elkaar lagen, vol met water, met in elke kuil een steen. Op een kaart (1778) staat vlak bij de grenspaal het ontspringen van de Molenbeek richting Oploo getekend. Dat zou het woord -beek- in deze grenspaalnaam kunnen verklaren".
De wapenschildjes die op alle palen zijn geplakt.
Het wapen van Cuijk is afgeleid van de heren van Cuijk. Het gebied Cuijk behoort pas sinds de 16e eeuw tot Brabant, voor die tijd was het afwisselend in bezit van Gelre en Brabant. Het wapen wordt al sinds de Middeleeuwen gebruikt en komt ook voor in de wapens van de andere plaatsen in het gebied. Beschrijving: Van goud beladen met 2 fascen en vergezeld van 8 merletten, staande 3,2 en 3, alles van keel.
Kessel is al bekend sinds de Romeinse tijd. Het dorp wordt al sinds het begin der Middeleeuwen als graafschap genoemd. De grenzen van het graafschap zijn echter niet bekend. De oudste bekende graaf was Hendrik van Kessel, die in 1144 sneuvelde. Ongeveer anderhalve eeuw later droeg Hendrik het graafschap af aan Gelre. Het graafschap ging hierdoor over in het Ambt Kessel, waarin 18 afzonderlijke heerlijkheden gelegen waren.
De familie Van Kessel bleef in bezit van de heerlijkheid en burcht te Kessel. Het wapen van deze familie was in zilver een ruitenkruis van keel.
Paal achter 't Sand / Kortepaal. Deze naam moet Brabants zijn van oorsprong, want vanuit Overloon staat de paal inderdaad achter en zandverstuiving.
Paal bij Coepkenshoff. Ook hier verwijst de naam (Coepkens) wellicht naar de koppen van de zandverstuivingen uit de buurt. Heden ten dage erg geliefd bij mountainbikers.
Paal voor Loobeeckmolen
Paal Wackerpas
De Wilbertsputpaal bij de Willibrorduskapel in het bos van Geysteren.
In 1553 werd in opdracht van Karel V hier een grote stenen grenspaal ingegraven als afbakening tussen het Land van Kessel en het Land van Cuijk. De laatste hield daardoor de vrije toegang tot het gemeenschappelijk heiligdom. De paal was voor beider rekening en droeg de wapenschilden van de beide jurisdicties.
Palen in de Peel bij Bakel en Gemert
8 Paal Grote Loef
Paal 7 van het overzicht is niet geplaatst.
6 Plaats Bunthorst, dit was oorspronkelijk een geveegde kuil, als grens aanduiding.
Jan Timmers schrijft hierover in zijn artikel "Langs de Palen" in het tijdschrift van de Gemertse Heemkunde vereniging:
"Een andere manier om ervoor te zorgen dat goed bekend is waar de grens precies ligt, is die grens flink in het geheugen te prenten van de mensen. Daarbij geldt zeker: jong geleerd is oud gedaan. Het opschonen van de grenskuilen en het vernieuwen van de palen gebeurde met enige ceremonie. Behalve de personen die het werk moesten verrichten, werd ervoor gezorgd dat er meerdere jongelui en kinderen bij aanwezig waren, die de nodige lekkernijen toebedeeld kregen. In verband met het vegen van de kuil op de Bunthorst op 30 oktober 1741 werd genoteerd:
"...om geheugenisse te houden dat de selve de soo genaemde quay meer, ende wettering op de Bunthorst hebben opgeveegt als sijnde limiet schijdinge in den Peel, alsdoen appelen, suykerbonen, amandelen en pepercock aen de selve (aan de jongeren dus) te gribbelen geworpen".De jongelui zouden zich hopelijk nog op hun oude dag kunnen herinneren wat er was voorgevallen en de juiste plek van de grens kunnen aanwijzen. Bij geschillen over de grens wordt dan ook stelselmatig een beroep gedaan op de ouderen en bejaarden, die desnoods op een kar de Peel werden ingereden om getuigenis af te leggen."
Straatnaam
4 Ripse paal
Timmers schrijft:
Zoals al gezegd was het bezit van de Gemertse Peel in de middeleeuwen niet onbetwist. Maar in 1434 werd de status van dit stuk Peel eenduidig vastgelegd. De hertog van Brabant eigende zich het eigendomsrecht toe van de Gemertse Peel maar hij verkocht tegelijkertijd het gebruiksrecht aan de Commanderij Gemert, die dat recht op haar beurt in erfpacht uitgaf aan de inwoners van Gemert. De grens tussen Gemert en Bakel ligt dan intussen definitief vast, ook al rijzen er in de loop van de geschiedenis nog regelmatig grensconflicten. Bij de verkoop van de gebruiksrechten op de Gemertse Peel in 1434, wordt volstaan met de volgende grensaanduiding:"..allen den Pedel ende die gemeynten, gelijck hen die strecken van de Stegeberghs pael, staende op dat oort van der heerlijkckheid van Ghemert, lijndrecht op totten lande van Cuyck..".De grens in de Peel verloopt inderdaad bijna langs een rechte lijn tot aan de gemeente Oploo (nu: Sint Antonis).
3 Wijser paal of Wijer paal
Ergens halverwege ligt echter een kleine knik in de grens. In een uitspraak van Keizer Karel V op 6 september 1544, als er weer een grensconflict gerezen is, wordt de grens in de Peel als volgt vastgelegd: "... van Stebberchs pael linie recht op den Wijser ende alsoo voorts linie recht op d'landt van Cuijck nae den toirn van Sint Anthonis aldaer..".
Als in 1812 de gemeentegrens tussen Bakel en Gemert op schaal wordt ingetekend en beschreven, zien we dat de grens dan nog steeds hetzelfde is. Een rechte lijn vanaf de Stegebergse Paal (in 1812 de Stippelbergse Paal genoemd) tot aan de Wisse Paal oftewel De Wijer. Ongetwijfeld is dit de paal die in 1544 werd aangeduid met de naam De Wijser. Op deze plaats ligt een kleine knik in de gemeentegrens, die vervolgens weer lijnrecht naar de Paal Bunthorst loopt, op de grens met Oploo, vroeger behorend tot het land van Cuijk.
2 Paal achter 't zand
1 Stegebergse of Stippelbergpaal
Paal 7 van het overzicht is niet geplaatst.
Jan Timmers schrijft hierover in zijn artikel "Langs de Palen" in het tijdschrift van de Gemertse Heemkunde vereniging:
"Een andere manier om ervoor te zorgen dat goed bekend is waar de grens precies ligt, is die grens flink in het geheugen te prenten van de mensen. Daarbij geldt zeker: jong geleerd is oud gedaan. Het opschonen van de grenskuilen en het vernieuwen van de palen gebeurde met enige ceremonie. Behalve de personen die het werk moesten verrichten, werd ervoor gezorgd dat er meerdere jongelui en kinderen bij aanwezig waren, die de nodige lekkernijen toebedeeld kregen. In verband met het vegen van de kuil op de Bunthorst op 30 oktober 1741 werd genoteerd:
"...om geheugenisse te houden dat de selve de soo genaemde quay meer, ende wettering op de Bunthorst hebben opgeveegt als sijnde limiet schijdinge in den Peel, alsdoen appelen, suykerbonen, amandelen en pepercock aen de selve (aan de jongeren dus) te gribbelen geworpen".De jongelui zouden zich hopelijk nog op hun oude dag kunnen herinneren wat er was voorgevallen en de juiste plek van de grens kunnen aanwijzen. Bij geschillen over de grens wordt dan ook stelselmatig een beroep gedaan op de ouderen en bejaarden, die desnoods op een kar de Peel werden ingereden om getuigenis af te leggen."
Straatnaam
Timmers schrijft:
Zoals al gezegd was het bezit van de Gemertse Peel in de middeleeuwen niet onbetwist. Maar in 1434 werd de status van dit stuk Peel eenduidig vastgelegd. De hertog van Brabant eigende zich het eigendomsrecht toe van de Gemertse Peel maar hij verkocht tegelijkertijd het gebruiksrecht aan de Commanderij Gemert, die dat recht op haar beurt in erfpacht uitgaf aan de inwoners van Gemert. De grens tussen Gemert en Bakel ligt dan intussen definitief vast, ook al rijzen er in de loop van de geschiedenis nog regelmatig grensconflicten. Bij de verkoop van de gebruiksrechten op de Gemertse Peel in 1434, wordt volstaan met de volgende grensaanduiding:"..allen den Pedel ende die gemeynten, gelijck hen die strecken van de Stegeberghs pael, staende op dat oort van der heerlijkckheid van Ghemert, lijndrecht op totten lande van Cuyck..".De grens in de Peel verloopt inderdaad bijna langs een rechte lijn tot aan de gemeente Oploo (nu: Sint Antonis).
Ergens halverwege ligt echter een kleine knik in de grens. In een uitspraak van Keizer Karel V op 6 september 1544, als er weer een grensconflict gerezen is, wordt de grens in de Peel als volgt vastgelegd: "... van Stebberchs pael linie recht op den Wijser ende alsoo voorts linie recht op d'landt van Cuijck nae den toirn van Sint Anthonis aldaer..".
Als in 1812 de gemeentegrens tussen Bakel en Gemert op schaal wordt ingetekend en beschreven, zien we dat de grens dan nog steeds hetzelfde is. Een rechte lijn vanaf de Stegebergse Paal (in 1812 de Stippelbergse Paal genoemd) tot aan de Wisse Paal oftewel De Wijer. Ongetwijfeld is dit de paal die in 1544 werd aangeduid met de naam De Wijser. Op deze plaats ligt een kleine knik in de gemeentegrens, die vervolgens weer lijnrecht naar de Paal Bunthorst loopt, op de grens met Oploo, vroeger behorend tot het land van Cuijk.
Subscribe to:
Posts (Atom)